Home > Woord van de Hoofdman > Driekoningen

Driekoningen

driekoningenInleiding

Het bericht van de geboorte van een nieuwe koning (Jezus) in Betlehem brengt grote verwarring teweeg bij koning Herodes. De geboorte van een nieuwe koning vormt immers een regelrechte bedreiging voor hemzelf en maakt hem dan ook in hoge mate verontrust. Daarom zendt hij de wijze mannen die in Jeruzalem zijn aangekomen op zoek naar de pasgeboren koning onverwijld naar Betlehem met de opdracht “om een zorgvuldig onderzoek in te stellen naar dat Kind … opdat ook ik het hulde kan gaan brengen.” De wijzen gaan de ster achterna totdat deze bleef stilstaan boven de plaats waar het kind, de nieuwe koning geboren werd. Daar vallen ze op hun knieën neer en bieden hun geschenken aan het kind aan: goud, wierook en mirre. Gewaarschuwd om langs een andere weg dan ze gekomen zijn terug te keren, aanvaarden ze weer de reis naar huis. In het oosterse christendom heet het Driekoningenfeest ‘Epifanie’: de verschijning van de Heer ofwel ‘lichtverschijning uit de hoge’. Voor de Oosterse christenen is het dan Kerstmis. Voor de oorsprong hiervan moeten we terug naar het oude Egyptische Osirisfeest. De Egyptenaren vierden op die dag (6 januari) dat de zonnegod Osiris eens in ieder mens afzonderlijk op zou staan. Dit zou gebeuren als ‘de ster van de liefde’ vanuit een hogere wereld naar de aarde zou afdalen. 

Achtergrondinformatie

Drie wijzen

‘Driekoningen’ is de traditionele benaming voor de wijzen uit het oosten, die volgens de bijbel de ster naar Bethlehem volgden om Jezus te begroeten. Matteüs noemt hen ‘magiërs’: ‘astrologen’, zouden wij zeggen. Zij bestudeerden de stand van de sterren en de loop van de planeten. Uit de stand van die hemellichamen meenden zij aanwijzingen op het spoor te kunnen komen met betrekking tot de toekomst van mens en wereld. In die zin waren de wijzen uit het oosten ook geleerden, wetenschappers in dixe tijd. Het bestuderen van de sterren was voor de joden verboden, omdat het een ketterse bezigheid zou zijn. Volgens het bijbelverhaal brachten de wijzen geschenken mee: goud (symbool van macht), wierook (symbool voor gebed) en mirre (een kruid dat gebruikt wordt bij het balsemen van doden en dat daarmee symbolisch vooruitwijst naar Jezus’ kruisdood). Aan de hand van het aantal geschenken heeft men het aantal wijzen op drie gesteld. In de loop van de achtste eeuw kregen zij de namen, die verrassend veel mensen ook heden ten dage blijken te kennen: Caspar, Melchior en Balthasar. In nog later tijden worden de wijzen dan vervolgens ook nog koning. Het getal drie zou geen drie zijn, als er niet ijverig gezocht was rond de vraag, waarom nu juist drie wijzen of koningen. Er bestaan meerdere verklaringen, die alle te maken hebben met onderscheiden tussen mensen. Zo zouden ze staan vøoor verschillende landen of zelfs continenten, voor de bijbelse mensenrassen of zelfs voor de hele mensheid, die in de drie zonen van Noach haar stamvaders heeft. Vanouds wordt echter één van de drie bijna altijd zwart uitgebeeld: meestal Balthasar, maar de traditie is daarin niet eenduidig.

Een vierde wijze

Een oude Russische legende vertelt, dat er nog een vierde koning zou zijn: Artaban of Coredan geheten, die bij het zien van de ster ook op zoek ging naar Jezus. Als geschenk nam hij drie kostbare edelstenen mee. Hij komt echter niet in contact met de andere drie en ook niet bij het kind in Bethlehem. Zijn reis wordt namelijk een zoektocht, waarop hij steeds weer opgehouden wordt door mensen die zijn hulp vragen. En aan hen besteedt hij geleidelijk ook zijn meegenomen geschenken. Tenslotte na 33 jaar omzwervingen – als Jezus aan het kruis hangt, de aarde trilt en de muren en daken instorten – wordt Artaban (of Coredan) bij Jeruzalem door val‡lend gesteente gedood… De legende levert volop stof om met elkaar van gedachten te wisselen: over het wel of niet bereiken van zijn reisdoel; over het weggeven van de meegenomen geschenken; over het onderweg helpen van wie hulp nodig had; over wie Artaban (Coredan) eigenlijk is; over of we allemaal niet als Artaban (Coredan) zijn? Deze oude legende van de vierde koning is in allerlei varianten te vinden. Eén versie staat tevens afgedrukt in: Al de dagen van ons leven, uitgegeven door Altiora, Averbode, 1986, 20002. Een vergelijkbaar verhaal voor jonge kinderen is: Het mooiste geschenk, door Rita van Bilsen en Cornelis Wilkeshuis; uitgegeven bij Junk, Den Haag, 1977.

Driekoningengebruiken

Juist de donkere dagen rond Kerstmis en Nieuwjaar werden in het verleden vaak aangegrepen om te feesten. Broederlijke feesten, door arm en rijk samen gevierd. Er werd doorgaans veel gegeten en nog meer gedronken. Bij weigering van drank moest men zelfs vaak een pand inleveren. Aan boord vanÔ schepen en ook in gevangenissen werd Driekoningen gevierd, meestal op een Sinterklaas-achtige manier: liedjes zingen en cadeautjes ontvangen. De eet- en drankgelagen alsmede de branden die dat soms tot gevolg had, deden de overheden op een gegeven moment besluiten dit soort feesten bij de wet te verbieden. De armen voelden zich daardoor zo bedreigd, dat uit die nood het zingen langs de huizen werd geboren.

Al sinds eeuwen trekken in de Nederlanden en andere landen van Europa dan ook op 6 januari ‘Driekoningen’ langs de deur. Het Driekoningenfeest kent een groot aantal folkloristische elementen; de bekende ‘bonenkoek’ of Driekoningenbrood is er daarvan slechts één. Wie het stuk met de boon trof, mocht voor één dag koning(in) zijn en de lakens uitdelen. Waarschijnlijk gaat dit ritueel terug op een oud Germaans gebruik: in de twaalf nachten dat de nieuwjaarsfeesten duurden mocht men geen peulvruchten eten; de ‘heilige boon’ betekende het einde van de vastentijd. In vroegere tijden kende het Driekoningenfeest een spontane organisatie. Bekend is bijvoorbeeld het gebruik van de zogenaamde ‘trekbrieven’ of ‘koningsbrieven’: een aantal strookjes waarop bepaalde functies waren aangegeven met een vierregelig rijmpje. De bedoeling van zo’n trekbrief was dat er door het lot een Koning aangewezen werd die voor een dag de dienst mocht uitmaken.

Driekoningengebruiken in Europa

Uiteraard heeft de Driekoningen-folklore zich niet alleen in ons eigen land ontwikkeld. In vele landen van Europa bestonden en bestaan nog steeds typische Driekoningen-gebruiken. Op heel veel plaatsen trekken Driekoningen-stoeten rond, mogelijk geïnspireerd door de kerststallen die werden uitgebreid met hele karavanen kamelen en rijkelijk werden voorzien van Koningen.

In Rome trekt niet de Driekoningenstoet, maar de heks Befana (waarschijnlijk een verbastering van ‘Epifanie’, de verschijning des Heren, zoals de officiële benaming van Driekoningen luidt) door de straten van de stad ¨rond. Alle heksen (variërend van kleine heksjes op bezemstelen tot enorm zwevende heksen van de meest afgrijselijke materialen gemaakt) hebben één ding gemeen: ze hebben snoep bij zich voor de kinderen.

Heel anders wordt Driekoningen in Polen gevierd: een huiselijk feest met permanent gedekte tafels. Midden op tafel ligt een soort vogelnest van stro, ter herinnering aan de kribbe in de stal. Daaroverheen gaat het tafelkleed; in het ‘holletje’ dat zo ontstaat wordt een stukje ouwel gelegd. Iedere gast breekt een stukje van die ouwel af en eet dat op. Het eten ervan betekent zoiets als: ‘Het gaat je goed in dit nieuwe jaar, moge honger en ellende je bespaard blijven’.

In het Duitse Beieren bestond de gewoonte om op 6 januari met gewijd krijt op de huisdeuren de letters CMB (afkorting voor ‘Christus Mansionem Benedicat’: moge Christus deze woning zegenen) met een jaartal. Toen men geen Latijn meer verstond, heeft de volksmond daa”rvan de namen van de Drie Koningen gemaakt: Caspar, Melchior en Balthasar.

Om met kinderen te doen

Het beeld van de wijzen kan aanleiding zijn om met de kinderen stil te staan bij wat ze tegenwoordig zelf als cadeau voor een pasgeboren baby zouden meenemen. Je kunt kinderen bijvoorbeeld het volgende voorleggen. Stel, je bent nu zelf een wijze, een koning, je hebt een vreemde onbekende ster gezien en je moet naar Bethlehem toe om een heel belangrijk pasgeboren kind te zoeken en het hulde te brengen. Wat zou jij dan als geschenk meenemen?

Met elkaar kun je de mogelijkheden verkennen, waarbij het wel van belang is, dat uit de meegenomen geschenken zal moeten blijken dat het ook inderdaad gaat om een belangrijk pasgeboren kind, dat eerbied en respect waardig is. Jongere kinderen kun je de bedachte geschenken laten tekenen. Oudere kinderen kun je vragen om het op te schrijven en erbij te schrijven waarom ze datgene wat ze uitgezocht hebben, mee willen nemen. Een anderËe mogelijkheid is om je met de kinderen te buigen over de vraag wie in onze tijd drie wijze mensen zouden kunnen zijn, die bij Jezus op bezoek gaan? En wat zouden zij dan als geschenk mee (moeten) nemen?

Driekoningenverhalen

Verhalen voor de tijd van Driekoningen zijn o.a. te vinden in: • Georg Dreissig, Het goud van de armen, uitgegeven door Christofoor in Zeist (1995), ISBN 90-6238-586-9. • An Kesseler – van der Klauw, De feesten van het jaar, uitgegeven door Gottmer, Haarlem (1982), ISBN 90-257-1575-3.

Viering rond Driekoningen

Voor een viering rond Driekoningen met Herodes in de hoofdrol zie: Marita Nijenhuis en Nan Sikkel, Lichtjes, slingers en verhalen. Praktijkboek voor vieringen in de basisschool (uitgegeven door uitgeverij Kwintessens, Postbus 3, 1200 AA Hilversum, tel. 035 – 626 30 40, e-mail: info@nzv.nl, website: http://www.nzv.nl), ISBN 90-6986-234-4 (2001).

Driekoningenliedjes

Kunstenaars als Anton Pieck, Jan Steen en Jordaens hebben de folklore rond de Drie Koningen vor˙m gegeven. Met het kenmerkende gevoel voor nostalgie gaf Pieck bijna fotografisch weer, hoe er ‘Driekoningen’ werd gezongen: aanvankelijk koorknaapjes/misdienaars die zongen voor het goede doel. Later gingen de bedelaars zelf – verkleed en getooid met koningskronen – langs de huizen in de hoop een graantje mee te pikken van de rijkdom daarbinnen. De liedjes die werden gezongen hadden meestal een spottende tekst, zodat men wel gedwongen werd iets te geven. Weer later waren het de kinderen die gingen zingen. Het was dan een feest om de zwarte Koning te mogen zijn. In de loop der tijden is door bekende en minder bekende schrijvers en dichters een groot arsenaal liederen, versjes en verhalen ontwikkeld. Legendarisch is het verhaal van de Vlaamse schrijver êFelix Timmermans: Waar de sterre bleef stille staan. Daarin zingen drie mannen met een draaiende ster het volgende Driekoningenlied:

Wij zijn de Drie Koningen met hun ster.

Wij komen gerezen van heel ver.

Wij gingen en zochten overal, over berg en over dal.

En waar de sterre bleef stille staan, zijn wij mee dreeën naar binnen gegaan.

De draaiende ster is eigenlijk een overblijfsel van het oude Germaanse gebruik om met grote vuren het einde van de Joeltijd te vieren. Men ging ervan uit dat het licht tien dagen had stilgestaan en dat het nu terugkeerde. Tegenwoordig zijn de draaiende sterren meestal vervangen door lampionnen en de kaarsjes vervaéngen door kleine batterijtjes! Ook het zogenaamde ‘kaarsje springen’ (de kunst om over drie brandende kaarsjes te springen zonder zichzelf te verbranden, maar wel zonder dat de kaarsjes uit gingen) is verdwenen. Driekoningen-liedjes zijn in vele varianten ontwikkeld en blijven een belangrijk onderdeel van het feest. De meeste populaire liedjes zijn erop gericht de meegenomen snoeptassen zo vol mogelijk te krijgen, terwijl dan vaak het volgende lied ten gehore wordt gebracht:

Driekoningen, Driekoningen,

geef mij ‘nen nieuwen hoed.

Want den ouwe die is versleten,

ons moeder mag ’t niet weten,

ons vader heeft het geld al op de toonbank uitgeteld.

Categorieën:Woord van de Hoofdman
  1. Nog geen reacties.
  1. No trackbacks yet.

Plaats een reactie